Gisteren verrasten we oma Tine nog even in haar drukke bezigheden van de voorbije week met een ‘verhuis-afscheids-barbecue’. Na 40 jaar lief en leed in de Veldstraat 42 wordt er op maandag 28 juli afscheid genomen en keert oma Tine terug naar de roots, haar heimat: de Lode de Boningestraat. Daar wacht in residentie Agnes een mooi vervolg en een nieuwe episode. Residentie Agnes: het is weer een beetje thuis komen dus….
Voor ons allemaal, de Vanhauwaertjes, is het ook afscheid nemen van onze stek. Hier groeide ik op, speelde ik in de zandbak, droomde ik van een vijver in de tuin, zat ik op de schommel met mijn kip die de naam Kermit kreeg en genoot ik van alle huisdieren die de revue passeerden. Poezen (waaronder Sloeber die er ooit in slaagde om haar jongen ter wereld te brengen op de achterbank van onze auto), kippen, dwergkonijnen die meestal uitgroeiden tot Vlaamse reuzen, kwartels, parkieten, kanaries en zelfs duiven vonden hun thuis in de Veldstraat. Mijn droom om boer te worden werd een stukje verwezenlijkt in mijn kindertijd.
We konden ook telkens ravotten in de tuin, hielden tornooitjes tafeltennis en spraken met de vrienden uit de buurt af om rolschaatswedstrijdjes te organiseren op het wandelpad. Elke dag opnieuw werd er gevoetbald op het pleintje en waanden we ons Ceulemans of Vercauteren. Schone tijd!
In de Veldstraat 42 moest er ook gewerkt worden. Niet enkel door ons maar ook de herinnering aan ‘ons vader’ die er op zijn bureau zat, de neven Koenraad en Ludwig die deel uitmaakten van de ploeg en steevast van de koffie genoten, de belastingcontroleur die aan de livingtafel zat als je van school thuis kwam en vriendelijk een hand ging schudden of mijn eigen kamertje met mijn bureau waar ik menig cursussen probeerde in mijn geheugen te prenten.
Ook enkele losse flodders zullen de herinnering aan de Veldstraat 42 levendig houden. Zo speelden we ‘lekker’ in de isolerende glaswol die werd geleverd voor de garages tot we ‘s avonds gek werden van de jeuk, stonden de kuikentjes die we meekregen van school in een kartonnen doos op de chauffage en passeerden we voor het slapengaan steeds aan vaders plekje in de zetel voor een ‘god zegen en beware je’. Toen pas konden we rustig vertrekken naar dromenland.
Mooie herinneringen die blijven. Tot altijd.